Wie kent ze niet? De voorleesvader, de luizenpluismoeder, de kluspapa en de leesmama? Allemaal ouders die een rol vervullen in de school van hun kinderen.
Een school die betrokken ouders kan inzetten voor dergelijke activiteiten heeft het goed voor elkaar. De leerkrachten hebben het immers druk genoeg en komen – dankzij deze hulpouders – toe aan de kern van hun vak: lesgeven, kennis overdragen en kinderen helpen in hun ontwikkeling.
Steeds vaker zijn er ook klassen die ouders een rol toebedelen. Zo zijn er klassenmoeders, die vanuit de leerkracht het eerste aanspreekpunt zijn naar de andere ouders, maar worden er ook vaak ouders gesignaleerd die een directe rol binnen het leren vervullen. Je zou kunnen zeggen dat deze ouders de rol van de onderwijsassistent op zich nemen.
Het zijn ouders die dictees afnemen, die met kleine groepjes kinderen rekenen of die een cursus Spaans geven aan kinderen die wat meer uitdaging behoeven.
Mits zinvol ingezet zijn deze ouders een zeer krachtig middel om het onderwijs in de klas naar een hoger level te tillen. Anderzijds vraagt dit wel het een en ander. De leerkracht moet het zien zitten om zijn domein te delen met de ouders van de kinderen in zijn klas. En de ouders moeten in staat zijn te kunnen luisteren naar de leerkracht.
Een discussie met juf of meester omdat de moeder van Harry het beter vindt om de staartdeling op haar manier uit te leggen dan die in de methode, kan natuurlijk niet voor de klas plaatsvinden. Dat vraagt dus om aanpassingsvermogen van de moeder van Harry (want een dergelijke kwestie kan ongetwijfeld besproken worden, maar dan wel onder vier ogen) en een juf of meester die consequent is en op haar strepen staat.
Helaas komt het voor dat de roedel hulpouders de klassenleraar overrompelt en bijna letterlijk omver loopt. Probeer dan de macht in de klas nog maar eens terug te krijgen!
Wanneer je op school het gebruik van ouders voor vaste taakjes in de klas wil aanmoedigen, doe je er goed aan dit gedegen voor te bereiden. Dat begint eigenlijk al aan het begin van het jaar. De leerkracht stelt dan het beste vast wat hij of zij van de ouders wil. Waar helpen ze bij? Wat kan de leerkracht uit handen geven en wat doet de leerkracht zelf? Zo ontwikkelt de leerkracht kaders waarbinnen hij of zij zich nog prettig voelt.
Daarna kan geïnventariseerd worden welke ouders oren hebben naar een rol binnen de klassenmuren. Het beste kan op een startgesprek worden gevraagd naar talenten (want de vader van Diego is Spaans en kan prima een Spaanse cursus verzorgen voor de plusgroep en de moeder van Desi is techneut en vindt het leuk om op de woensdagmiddag bij te springen bij de lessen practicum voor natuur en techniek), waarna een mooie verdeling wordt gemaakt.
De juf of meester kan vervolgens een overleg plannen, waarin de verwachtingen en afspraken helder worden gemaakt. Zodra dit allemaal in kannen en kruiken is kan door de hele klas geprofiteerd worden van de vele extra handen in de klas.
Oh ja, ook is het wel handig om van tevoren even te polsen of Harry het wel zo prettig vindt dat zijn moeder drie ochtenden met zijn groepje komt rekenen…