Vanaf groep 3 leren kinderen klokkijken. Dit begint op een analoge klok. Later pas, in groep 5, zal de vertaling naar een digitale klok plaatsvinden.
Het leren klokkijken is voor de meeste kinderen een behoorlijk pittige opgave. Maar oefening baart kunst en op internet zijn tal van manieren te vinden om het klokkijken te oefenen.
Wij helpen graag mee. Daarom hebben we een klok ontworpen die je makkelijk uit kunt knippen en kunt gebruiken. Splitpen door de wijzers en klaar om aan de slag te gaan.
Download de klok
Onze eenvoudige klok vind je hier. Download het PDF-bestand en print de klok uit. Knip de wijzers uit en maak ze met een splitpen vast aan de klok. Vind je de klok te saai? Geef er dan een leuk kleurtje aan of laat je kind de klok versieren.
Wat moet mijn kind kennen?
Voor we oefeningen delen waarmee je klokkijken kunt trainen, delen we eerst de doelen voor groep 3, 4 en 5 met het oog op klokkijken. Zo weet je precies wat er aan het eind van elke groep van je zoon of dochter verwacht wordt.
Groep 3
- Benoemen van hele uren (vijf uur, vier uur, twaalf uur)
- Benoemen van halve uren (half vier, half zes, half elf)
Groep 4
- Vaardigheden uit groep 3
- Benoemen van kwartieren voor en over (kwart voor vier, kwart over negen)
- Begrippen “tien voor”, “tien over” en “vijf voor”, “vijf over”
- Hele klok (elf voor drie, twee voor half zes)
Groep 5
- Vaardigheden uit groep 4
- Vertaling naar digitale klok (vier uur is zowel 4:00 als 16:00 uur)
Oefeningen
Nu je weet wat je kind in elke groep moet kennen, kunnen we starten met het delen van oefeningen aan de hand van de klok die je hebt geknutseld. Per groep hebben we enkele eenvoudig uit te voeren oefeningen.
Klokkijken groep 3
1 Zet de klok op een heel uur of half uur en vraag hoe laat het is.
2 Zet de klok op een heel uur of half uur en vraag hoe laat het over een uur of half uur zal zijn.
3 Zet de klok op een heel uur of half uur en vraag hoe laat het een uur of half uur geleden was.
4 Schrijf drie of vier tijden op een blaadje en laat je kind bepalen wat de juiste volgorde is.
Klokkijken groep 4
1 Zet de klok op een heel uur, half uur, kwartier voor of over en vraag hoe laat het is.
2 Zet de klok op een heel uur, half uur, kwartier voor of over en vraag hoe laat het over een kwartier zal zijn of een kwartier geleden was.
3 Zet de klok op een precieze tijd en vraag hoe laat het is.
4 Zet de klok op een precieze tijd en vraag hoe lang het nog duurt tot een half uur of heel uur.
Klokkijken groep 5
1 Zet de klok op een precieze tijd en vraag om zowel de analoge als digitale tijd.
2 Zet de klok op een precieze tijd en vraag hoe laat het over 12, 13 of 14 minuten is.
Blijft klokkijken moeilijk?
Blijft klokkijken toch een opgave voor je kind? Ga dan in overleg met de leerkracht. Hij of zij kan precies vertellen wat er op school aan klokkijken gebeurt en wat je als ouder bij kunt dragen om het klokkijken te verbeteren.